De kamervraag
Image default
Media

Hugo Broers : De ‘Robin Hood’ van de wallen en zijn strijd om de demonen te overwinnen

Amsterdam, de stad van de grachten, fietsen en de beruchte Wallen, heeft altijd een fascinerende onderwereld gekend. En als het gaat om de oude Amsterdamse penoze, is er één naam die met intriges en mysterie blijft spreken—Hugo Broers. Met bijnamen zoals “Het Monster van de Warmoesstraat” en de “Robin Hood van de Wallen” heeft Hugo een leven geleid vol misdaad, chaos, en uiteindelijk, reflectie. Zijn verhaal, vastgelegd in zijn autobiografie “Penoze Hugo”, biedt een rauw en ongefilterd inzicht in het leven van een man die zowel gevreesd als gerespecteerd werd.

Hugo Broers’ Beginjaren

Hugo Broers werd in 1957 geboren, midden in de Amsterdamse Wallen, “tussen de kroegen en de hoeren,” zoals hij het zelf schrijft. Zijn jeugd werd gekenmerkt door dagelijkse fysieke mishandelingen door zijn vader. Dit tumultueuze begin, gaf hij later toe, “vormde hem tot de man die hij werd.” Zijn eerste stappen in de wereld van de Wallen begonnen eenvoudig—boodschappen doen voor de sekswerkers. Maar al snel leerde hij hoe winstgevend de straten konden zijn. Door hasj te kopen bij coffeeshops en het door te verkopen aan naïeve toeristen, verdiende Broers op zijn negentiende zijn eerste miljoen.

Toch had geld voor Hugo een vluchtige betekenis. Naar eigen zeggen gaf hij het meeste uit aan feesten en om anderen te helpen die het nodig hadden. “Het leven moet leuk zijn,” lachte hij.

Een Leven vol Misdaad en Gevaar

De jaren die volgden, brachten Hugo dieper in de Amsterdamse penoze. Hij werd verwikkeld in drugshandel, roofovervallen en zelfs doodslag. Eén van de meest opvallende gebeurtenissen in zijn leven vond plaats in 1986 tijdens een pokeravond, toen een andere man een pistool trok en zijn vriend bedreigde. Broers stak de man neer, ging op de vlucht en uiteindelijk werd hij opgepakt in Friesland. Voor deze doodslag kreeg hij een gevangenisstraf van zeven jaar.

Hugo Broers bracht in totaal veertien jaar door achter de tralies voor verschillende misdaden. Maar zelfs in de gevangenis bleef hij een beruchte figuur. Hij diende als lijfwacht voor Nederland’s bekendste criminelen, waaronder Willem Holleeder en Cor van Hout, de mannen achter de ontvoering van Freddy Heineken in 1983.

“Een Eerlijke Boef”

Hoewel Hugo zichzelf omschrijft als “een boef,” benadrukt hij dat hij altijd leefde volgens zijn eigen ethische code. “Ik deed nooit iets tegen eerlijke mensen,” beweerde hij. Zijn doelwitten waren voornamelijk andere criminelen, pooiers en dealen, en hij schuwde er niet voor om pedofielen en verraders in de gevangenis aan te pakken. “Doe je iets verkeerd tegen vrouwen, kinderen, ouderen, gehandicapten of dieren, dan kreeg je een cadeautje van mij,” voegde hij lachend toe.

Zijn morele focus op ‘gerechtigheid’ kwam voort uit zijn eigen ervaringen met onrecht. “Ik kon geen onrecht verdragen omdat ik zelf weet hoe het voelt om onjuist behandeld te worden.” Zelfs nu blijft Hugo geloven dat slechte mensen bestraft moeten worden.

De Weg Naar Wijsheid

Na zijn vrijlating in 1993 probeerde Hugo zijn leven een nieuwe richting te geven. Hij richtte een beveiligings- en detectivebureau op en werkte als bewaker bij bars, coffeeshops en clubs in de Red Light District—even zelfs bij de McDonald’s. Toch kampte hij met een terugval in drugsgebruik en bracht hij jaren door als dakloze in Amsterdam, sterke drank drinkend en ontwakend op willekeurige portieken.

Maar in 2008 besloot hij dat het genoeg was. Met professionele hulp wist hij clean te worden. “Het was niet altijd makkelijk, maar dit zijn de mooiste jaren van mijn leven.” Tegenwoordig is Hugo al 13 jaar nuchter, eet hij gezond en traint hij dagelijks, vaak met thaiboksen.

Naast zijn fysieke herstel, zet Hugo zich in om anderen te helpen. Hij spreekt op scholen om jongeren te waarschuwen tegen de verleidingen van de onderwereld. “Een crimineel zijn tegenwoordig is niet meer zoals vroeger. Iedereen is meedogenloos.”

Hugo’s Liefde voor Amsterdam en Verdwijning van de Ziel

Ondanks de transformatie die hij heeft doorgemaakt, blijft Hugo elke dag naar de Wallen terugkeren. “Het is nog steeds mijn buurt,” zegt hij trots. Hij organiseert rondleidingen in de wijk, waarbij hij vertelt over de oude Amsterdamse Wallen en de herinneringen die hij heeft aan de vervlogen tijden.

Maar Hugo bekritiseert de veranderingen in Amsterdam en de Wallen sterk. De solidariteit is volgens hem verdwenen. “De Wallen was vroeger een echte buurt. Nu zijn er alleen rijke mensen, geen sociale woningen meer, en geen saamhorigheid. Als er iets met je gebeurt op straat, helpt niemand je.”

Hij is ook fel gekant tegen de maatregelen van Amsterdam om toerisme in te perken. “Je mag tegenwoordig niks meer. Geen biertje op straat, geen hasj roken. Alles is regels, regels, regels. Ik word er moe van.” Voor Hugo is Amsterdam minder ‘gezellig’ geworden.

Hugo’s Erfenis en Waarschuwingen

Wat is de kernboodschap van zijn autobiografie? Hugo windt er geen doekjes om. “Doe geen harddrugs. En toon respect en liefde voor de mensen om je heen.”

Zijn boek “Penoze Hugo”, uitgebracht in maart 2022 en nu ook beschikbaar in het Engels, biedt een unieke kijk op een leven vol spanning, verlies, en uiteindelijk, verlossing. Het is niet alleen een verhaal over een kleurrijk personage, maar ook een ode aan een Amsterdam dat langzaam verdwijnt.